Geschiedenis van begraven in Rijssen

Noaberplich was in Rijssen nog niet zo heel lang geleden burenplicht. Buren konden op elkaar rekenen in voor- en tegenspoed.

Begrafenisvereniging De Laatste Eer, opgericht in 1927,  veranderde toen niets aan deze noaberplich, maar hielp met het regelen van uitvaarten tegen zo laag mogelijke prijs zodat voor iedereen een waardige begrafenis mogelijk was. Pas na uitbreiding van onze stad en met de komst van vele nieuwe Rijssenaren is de noaberplich historie geworden.

Welke jonge Rijsenaar weet nog wat een "noodnoaber" is? Bekende aansprekers in die jaren voor De Laatste Eer waren Lucas Pennings en Anton Beumer. Koetsier op de lijkwagen in die jaren was Jan Veneklaas (preesn-Jan).

De rouwdiensten werden toen veelal in het sterfhuis gehouden. De doden werden tot 1810 in de kerk begraven. In de vorige eeuw mocht dat niet meer.  Rijssen begroef haar doden daarna rondom de Schildkerk. Het Doodstruetje (Julianastraat) herinnert nog aan die tijd.
Begrafenisvereniging
"De Laatste Eer"
Rijssen
Meldnummer bij overlijden
Tel. 0548-521333
24 uur per dag bereikbaar
Meldnummer bij overlijden : Tel. 0548-521333  -  24 uur per dag bereikbaar
Begrafenisvereniging
                          "De Laatste Eer"
                                                        
Rijssen
Geschiedenis van begraven in Rijssen

Noaberplich was in Rijssen nog niet zo heel lang geleden burenplicht. Buren konden op elkaar rekenen in voor- en tegenspoed.

Begrafenisvereniging De Laatste Eer, opgericht in 1927,  veranderde toen niets aan deze noaberplich, maar hielp met het regelen van uitvaarten tegen zo laag mogelijke prijs zodat voor iedereen een waardige begrafenis mogelijk was. Pas na uitbreiding van onze stad en met de komst van vele nieuwe Rijssenaren is de noaberplich historie geworden.

Welke jonge Rijsenaar weet nog wat een "noodnoaber" is? Bekende aansprekers in die jaren voor De Laatste Eer waren Lucas Pennings en Anton Beumer. Koetsier op de lijkwagen in die jaren was Jan Veneklaas (preesn-Jan).
De rouwdiensten werden toen veelal in het sterfhuis gehouden. De doden werden tot 1810 in de kerk begraven. In de vorige eeuw mocht dat niet meer.  Rijssen begroef haar doden daarna rondom de Schildkerk. Het Doodstruetje (Julianastraat) herinnert nog aan die tijd.